Per 1 januari 2025 wordt er in de wet weer een aantal zaken gewijzigd; hierbij een overzicht van een aantal belangrijke wijzigingen.

Voor werkgevers:

  • Verhoging minimumloon: Het wettelijk minimumloon stijgt naar € 14,06 per uur voor werknemers van 21 jaar en ouder.
  • Onbelaste thuiswerkvergoeding: De maximale onbelaste thuiswerkvergoeding wordt verhoogd naar € 2,40 per dag, een stijging van € 0,05 ten opzichte van 2024.
  • Lagere AWf-premie bij overwerk voor vaste contracten: Werkgevers betalen vanaf 2025 geen hoge AWf-premie als werknemers met een vast contract tot 30% extra uren overwerken (dit percentage was voorheen 35%). Voor werknemers met een contract van minder dan 30 uur per week geldt deze regel ook, mits het gemiddelde overwerk onder de 30% blijft. Bij meer dan 30% overwerk moet de hoge premie alsnog met terugwerkende kracht worden betaald. Deze wijziging verlaagt de drempel voor overwerk en geeft werkgevers meer flexibiliteit.
  • Afschaffing Lage Inkomensvoordeel (LIV): Het LIV, een subsidie voor werkgevers met werknemers met een laag inkomen, wordt per 2025 volledig afgeschaft.
  • Verhoging van de vrije ruimte in de werkkostenregeling: Het percentage vrije ruimte over de eerste € 400.000 van de fiscale loonsom wordt mogelijk toch verhoogd van 1,92% naar 2,00%, waardoor werkgevers iets meer ruimte hebben voor onbelaste vergoedingen en verstrekkingen aan werknemers. De Eerste Kamer moet hierover nog besluiten (afhankelijk van het Belastingplan 2025). Dat gebeurt naar verwachting nog in december. Als dit akkoord bevonden wordt, worden de percentages voor 2025 als volgt:
    Tot een loonsom van € 400.000: 2,00%
    Boven een loonsom van € 400.000: 1,18% (ongewijzigd percentage)
  • Aanpassing van de fiscale bijtelling voor elektrische leaseauto’s: Het bijtellingspercentage voor elektrische auto’s stijgt naar 17% voor de eerste € 30.000 van de cataloguswaarde; voor het bedrag daarboven geldt het reguliere tarief van 22%.

 

Voor zelfstandig ondernemers:

  • Strengere handhaving op schijnzelfstandigheid: De Belastingdienst gaat volledig handhaven op schijnzelfstandigheid. Bedrijven die zzp’ers inhuren voor werk dat feitelijk in loondienst moet worden uitgevoerd, riskeren boetes en naheffingen. Er is een overgangsperiode van één jaar waarin geen vergrijpboetes worden opgelegd als bedrijven aantonen stappen te zetten tegen schijnzelfstandigheid. Hierover zal facily LAW nog verdere aandacht aan besteden in deze nieuwsbrief.
  • Aanpassingen in de MKB-winstvrijstelling: De MKB-winstvrijstelling wordt verlaagd naar 12,7%, wat betekent dat een kleiner deel van de winst vrijgesteld is van belasting, waardoor de belastbare winst hoger uitvalt.
  • Verlaging van de zelfstandigenaftrek: De zelfstandigenaftrek wordt verder verlaagd naar € 2.470, wat resulteert in een hogere belastbare winst voor zelfstandigen.
  • Wijzigingen in de kleineondernemersregeling (KOR): Ondernemers die zaken doen in andere EU-landen kunnen deelnemen aan de EU-KOR, wat een btw-vrijstelling mogelijk maakt in één of meerdere EU-landen.

 

Met betrekking tot bedrijfsopvolging:

  • Aanpassing bedrijfsopvolgingsregeling (BOR): Vanaf 2025 geldt een belastingvrijstelling tot € 1,5 miljoen bij de overname of erfenis van een bedrijf, een verhoging ten opzichte van de eerdere grens. Voor bedragen boven € 1,5 miljoen wordt de vrijstelling verlaagd van 83% naar 75%. Dit betekent dat erfgenamen iets meer belasting gaan betalen over hogere waardes van een bedrijf.

 

Met betrekking tot voertuigen:

  • Invoering zero-emissiezones: Gemeenten krijgen de mogelijkheid om zero-emissiezones in te voeren. In deze gebieden zijn alleen emissievrije bestelbussen en vrachtwagens toegestaan. Dit geldt voor voertuigen met emissieklasse lager dan Euro 5. Voor voertuigen met emissieklasse Euro 5 en Euro 6 gelden overgangsregelingen tot respectievelijk 2027 en 2028. De emissieklasse van je voertuig vind je HIER.
  • BPM op bestelauto’s: Bij de aanschaf van een bestelauto met CO₂-uitstoot moet vanaf 2025 BPM worden betaald. De hoogte van de BPM is afhankelijk van de CO₂-uitstoot van het voertuig. Elektrische bestelauto’s blijven vrijgesteld van BPM.

 

Met betrekking tot kinderopvang:

  • Verplichte bijscholing en taaleisen in de kinderopvang: Pedagogisch medewerkers die met baby’s werken, moeten een specifieke bijscholing hebben gevolgd. Daarnaast moeten medewerkers in de kinderopvang en BSO voldoen aan minimale taaleisen: niveau 3F of B2 voor kinderopvang en niveau 2F of B1 voor BSO.
  • Nieuwe eisen voor gastouders: Vanaf 1 januari 2025 vervallen specifieke eisen voor speeltoestellen en kinderbedden in de gastouderopvang. Gastouders hoeven niet meer te voldoen aan het ‘Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen 2023’ (WAS 2023) en de ‘Warenwetregeling nadere eisen kinderbedden en -boxen kinderopvang’. In plaats daarvan gelden alleen algemene veiligheidseisen, omdat de speeltoestellen en bedden als particulier gebruik worden beschouwd. Gastouders blijven wel verplicht om maatregelen te nemen tegen veiligheids- en gezondheidsrisico’s.

 

Met betrekking tot alimentaties:

  • Indexering partner- en kinderalimentatie: Het percentage van de indexering van de partner- en kinderalimentaties voor volgend jaar is vastgesteld op 6,5%. Zelf berekenen welk bedrag nu geldt? Check de site van het LBIO.

Dit was alvast een overzicht van de meest belangrijke wijzigingen. Heb je vragen over andere wijzigingen of over hetgeen hiervoor vermeld staat, dan vernemen wij dat uiteraard graag van je.