Als een vriend je bijvoorbeeld helpt met verhuizen, het leggen van tegels in de tuin of met sleutelen aan jouw auto, moet jij hem dan achteraf betalen? Dat hangt er natuurlijk van af wat er precies is afgesproken. Soms zijn er echter misverstanden en dacht de ene partij dat het een vriendendienst was en wil de andere partij achteraf betaling. 

Voor (afdwingbare) betaling moet er sprake zijn van een overeenkomst van opdracht. Wat is precies het onderscheid tussen een vriendendienst en een overeenkomst van opdracht? Een vriendendienst is informeel en gebaseerd op persoonlijke relaties. Een vriendendienst brengt dus geen financiële of juridische verplichtingen met zich mee. Er zijn geen overeengekomen rechten en plichten. Een overeenkomst van opdracht is uiteraard wel verbindend en afdwingbaar.  

De scheidslijn tussen vriendendienst en een overeenkomst van opdracht is soms dun in de praktijk. Het Hof Leeuwarden heeft dat op 26 januari 2021 uitgebreid verwoord (ECLI:NLGHARL:2021:736): 

“Een vriendendienst is een eenvoudige toezegging tot hulp en bijstand in de particuliere sfeer die niet als een overeenkomst moet worden opgevat. Op grond van artikel 7:400 BW is de overeenkomst van opdracht de overeenkomst waarbij de ene partij, de opdrachtnemer, zich jegens de andere partij, de opdrachtgever, verbindt werkzaamheden te verrichten, anders dan op grond van de arbeidsovereenkomst. Kenmerkend voor een overeenkomst van opdracht is dat de ene partij bepaalde verrichtingen aan de andere partij kan opdragen, die de andere partij dan moet uitvoeren, waarbij hij zich ook moet houden aan de door de opdrachtgever gegeven aanwijzingen (vgl. artikel 7:402 BW). De overeenkomst van opdracht is een overeenkomst tot dienstbetoon. Daarin ligt het raakvlak met de vriendendienst. Of een overeenkomst van opdracht tot stand is gekomen, in die zin dat er rechtens afdwingbare afspraken zijn gemaakt, dan wel of sprake is geweest van een vriendendienst is afhankelijk van de bedoeling van partijen en van wat partijen over en weer jegens elkaar hebben verklaard en uit elkaars verklaringen en gedragingen hebben afgeleid en mochten afleiden. Stelplicht en bewijslast van feiten en omstandigheden waaruit volgt dat sprake is van een overeenkomst van opdracht, rusten op degene die zich op het bestaan van deze overeenkomst beroept en daaraan rechtsgevolgen verbindt.” 

Voor vragen of je in een concreet geval voor een (vrienden)dienst moet betalen, of betaling kan afdwingen, kun je natuurlijk contact opnemen.