In een recente beschikking van de Rechtbank Gelderland (ECLI:NL:RBGEL:2025:2402) stond de rechtbank voor een hoop verzoeken gesteld, die onder meer zagen op de echtscheiding, de kinderen van partijen, de te betalen kinder- en partneralimentatie en de verdeling van de gemeenschap.
In het kader van de verdeling van de gemeenschap werd een man veroordeeld tot schadevergoeding aan de gemeenschap, omdat hij zonder toestemming van zijn echtgenote een gemeenschapsauto verkocht voor een te laag bedrag. De uitspraak onderstreept het belang van toestemming bij rechtshandelingen binnen een ontbonden gemeenschap van goederen en bevestigt de toepasselijkheid van artikel 1:164 BW.
Wat regelt artikel 1:164 BW?
Artikel 1:164 van het Burgerlijk Wetboek (BW) beschermt de gemeenschap van goederen tussen echtgenoten tegen benadeling door één van hen, vlak voor of tijdens een echtscheidingsprocedure. Dit artikel bepaalt dat een echtgenoot die de gemeenschap benadeelt, verplicht is de schade aan de gemeenschap te vergoeden
Wanneer is er sprake van benadeling?
Benadeling van de gemeenschap kan op drie manieren plaatsvinden:
- Door lichtvaardige schulden te maken.
- Door het verspillen van gemeenschapsgoederen (bijvoorbeeld het verkopen van een auto onder de marktwaarde).
- Door rechtshandelingen te verrichten waarvoor toestemming van de andere echtgenoot of de rechtbank vereist is, zonder die toestemming.
In welke periode geldt deze regeling?
De regeling geldt alleen voor handelingen die zijn verricht na het begin van de echtscheidingsprocedure of in de zes maanden daarvoor. Handelingen die eerder zijn gepleegd, vallen niet onder deze bepaling.
Wat zijn de gevolgen?
De echtgenoot die de gemeenschap heeft benadeeld, moet – na inschrijving van de echtscheidingsbeschikking – de schade aan de gemeenschap vergoeden. Dit betekent dat de andere echtgenoot bij de verdeling van de gemeenschap recht heeft op compensatie voor het nadeel dat is ontstaan.
Artikel 1:164 BW biedt bescherming aan beide echtgenoten tegen benadeling van de gemeenschap in aanloop naar of tijdens de echtscheiding. De benadelende echtgenoot moet de schade herstellen, zodat een eerlijke verdeling van het gemeenschappelijk vermogen mogelijk blijft.
Praktijkvoorbeeld Rechtbank Gelderland
De man had de auto verkocht kort vóór de peildatum (de dag van indiening van het echtscheidingsverzoek) zonder medeweten of toestemming van de vrouw. Hij stelde dat een snelle verkoop nodig was om schulden af te lossen, maar kon dit niet onderbouwen. Evenmin gaf hij openheid over de koper of legde hij een koopovereenkomst over. De vrouw toonde aan dat de auto kort daarvoor was getaxeerd op € 22.000, terwijl de verkoop slechts € 15.000 opbracht. De man voerde aan dat hij de auto door achterstallig onderhoud en de staat van de auto niet meer kon opbrengen, maar de vrouw kon aantonen dat hier bij de taxatie van € 22.000 al rekening mee was gehouden.
De rechtbank achtte dit al met al een lichtvaardige verkoop en paste artikel 1:164 BW toe. Hierdoor moest de man het verschil – € 7.000 – aan de gemeenschap vergoeden, wat resulteerde in een betaling van € 3.500 aan de vrouw.
Waarom is dit van belang? Deze beschikking bevestigt dat bij (dreigende) ontbinding van een gemeenschap de regels voor toestemming uit artikel 1:88 BW blijven doorwerken. Bovendien wordt bij schending niet alleen gekeken naar het gebrek aan toestemming, maar ook naar de zakelijke redelijkheid van de transactie. De rechtbank legt de bewijslast expliciet bij de echtgenoot die handelt zonder instemming.
Voor de praktijk betekent dit dat advocaten bij echtscheidingsprocedures goed moeten nagaan of er sprake is geweest van eenzijdige rechtshandelingen kort voor of na de peildatum. Indien dat het geval is, kan artikel 1:164 BW een effectief middel zijn om benadeling van de gemeenschap te corrigeren.
Wij staan graag voor je klaar bij vragen over je echtscheiding of de afwikkeling van de te verdelen huwelijksgemeenschap. Neem gerust contact met ons op als je vragen hebt.