De toename van samengestelde gezinnen met nieuwe partners en stiefkinderen in Nederland heeft de afgelopen jaren geleid tot een groeiende behoefte aan juridische erkenning en bescherming van deze (nieuwe) gezinsvormen. Zowel de wetgeving als de jurisprudentie volgen deze maatschappelijke veranderingen, al blijft een wettelijke verankering van het meerouderschap voorlopig uit. In veel wettelijke regelingen blijft daarbij nog steeds het “traditionele” gezin van een echtpaar en hun gezamenlijke kinderen het uitgangspunt. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het erfrecht waarbij bloedverwantschap nog steeds leidend is bij de wettelijke regels van het erfgenaamschap.
De rol van de notaris bij samengestelde gezinnen
In een samenleving met steeds complexere gezins- en familieverbanden, die dus niet altijd via een wettelijke regeling worden beschermd, speelt de notaris vaak een essentiële rol in het creëren van juridische bescherming binnen de grenzen van het bestaande recht.
De notaris is, als deskundige op het gebied van familie- en erfrecht, bij uitstek toegerust om, uiteraard in overleg met de cliënt, maatwerk te leveren voor complexe gezinsstructuren. Maatwerk waarin overigens een wettelijke regeling, hoe goed ook bedoeld, meestal niet in kan voorzien door het grote aantal mogelijke variaties in samenstelling van de gezinnen.
Bij deze regelingen kan zowel gedacht worden aan een situatie waarin de verhoudingen tussen de kinderen uit de verschillende relaties zoveel mogelijk gelijk dienen te zijn als aan de situatie waarin dit juist niet het geval is.
Met hulp van de notaris kunnen partners voor zichzelf een overzicht maken van wat voor hen belangrijk is, zowel tijdens het bestaan van hun relatie als na het overlijden van een partner en na het overlijden van beide partners en dan te bepalen wat hier het zwaarst moet wegen.
Testamentaire regelingen
Het verschijnsel van stiefouders en stiefkinderen is uiteraard niets nieuws en ook in het huidige erfrecht is al op bescheiden schaal rekening gehouden met samengestelde gezinnen. Belangrijk is steeds voor ogen te houden dat geen situatie echt gelijk is en dat er juist bij samengestelde gezinnen veel belangen een rol spelen die op de juiste manier in evenwicht moeten worden gebracht. Helaas is het hierbij niet altijd mogelijk aan alle wensen tegemoet te komen, juist omdat het hier vaak tegengestelde belangen betreft.
Hoewel stiefkinderen juridisch gezien dus geen wettelijke erfgenamen zijn, biedt de wet wel mogelijkheden om regelingen te treffen ten behoeve van stiefkinderen. Een aantal voorbeelden:
- Stiefkinderen kunnen, al dan niet naast de eigen kinderen, worden benoemd tot erfgenaam. Aangezien de wet aan stiefkinderen niet dezelfde rechten toekent als aan eigen kinderen kan de erflater de omvang van het erfdeel van de stiefkinderen zelf bepalen. Wel moet de erflater hierbij rekening houden met wettelijke rechten van de eigen kinderen.
- Wanneer de wettelijke verdeling van toepassing is, kan bepaald worden dat de stiefkinderen als eigen kinderen in deze wettelijke verdeling betrokken worden; daarmee worden de stiefkinderen dus feitelijk gelijkgesteld aan de eigen kinderen.
- Wanneer de erflater de stiefkinderen niet tot erfgenaam wil benoemen, maar wel in de erfenis wil betrekken kan de erflater ervoor kiezen aan de stiefkinderen legaten toe te kennen. Hierbij kan worden gedacht aan een geldlegaat of een legaat van een bepaald goed. Bij een geldlegaat kan zelf bereikt worden dat een stiefkind financieel gezien gelijk wordt behandeld als een eigen kind.
Dat de wetgever bij het opstellen van de wettelijke regels reeds rekening heeft gehouden met de mogelijkheid dat een erflater ten behoeve van de stiefkinderen zou willen afwijken van de wettelijke regeling blijkt bijvoorbeeld uit de regeling rondom de legitieme portie. Hierin is bepaald dat de erflater vrij is stiefkinderen te bevoordelen alsof dit stiefkind een eigen kind zou zijn geweest.
Uiteraard is het ook andersom mogelijk: het treffen van een regeling waarin juist de eigen kinderen, in elk geval na het overlijden van de langstlevende, de erfenis van de eigen ouder zullen verkrijgen.
De wettelijke regeling die geldt wanneer een erfenis wordt verkregen door een langstlevende partner en de kinderen van de erflater, de wettelijke verdeling, gaat zoals gezegd uit van het traditionele gezin. Bij een samengesteld gezin kan dit tot een ongewenst resultaat leiden, nu de (nieuwe) partner van de erflater een deel van de erfenis verkrijgt en dit deel na zijn of haar overlijden terecht kan komen bij zijn of haar kinderen. Wanneer dit ongewenst wordt gevonden zal ook hier maatwerk moeten worden geleverd om te komen tot een goede regeling.
Hierbij is het steeds zoeken naar een goede balans tussen de belangen van de langstlevende partner enerzijds en de belangen van de eigen kinderen van de erflater anderzijds. Er kan daarbij gedacht worden aan:
- Tweetrapstestamenten: regelingen waarbij de langstlevende weliswaar alle bezittingen (en schulden) van de nalatenschap verkrijgt, net als bij de wettelijke verdeling, maar waarbij het wel de bedoeling is dat de gehele nalatenschap uiteindelijk ten goede komt aan de kinderen van de erflater. Hierbij is het zowel mogelijk om de nalatenschap zelf aan de kinderen toe te laten komen (via een tweetrapsmaking) als enkel de waarde van de nalatenschap bij het overlijden van de erflater (via een tweetrapslegaat). Deze laatste constructie lijkt daarbij erop de wettelijke verdeling in haar uitvoering.
- Het toekennen aan de langstlevende van het vruchtgebruik van hetzij de gehele nalatenschap of van bepaalde goederen behorende tot de nalatenschap. De gedachte hierachter is dat de kinderen daarmee eigenaar zijn van deze goederen en een bepaalde mate van zeggenschap krijgen. Na het einde van het vruchtgebruik zijn de betreffende goederen volledig eigendom van de kinderen van de erflater. De erflater heeft daarbij een grote mate van vrijheid bij het verdelen van de rechten tussen de langstlevende en de eigen kinderen.
- Een (nog beperktere variant) hierop is het toekennen aan de langstlevende van het recht van gebruik en bewoning van de gemeenschappelijke woning, waarbij de langstlevende levenslang of voor een beperkte periode het gebruik behoudt van de gemeenschappelijke woning, maar de eigendom hiervan bij de kinderen van de erflater komt te liggen.
Ook kan in een testament worden vastgelegd wie de zorg krijgt over de minderjarige kinderen behorende tot het samengestelde gezin bij het overlijden van de partners of de laatste van hen. Hierbij is wel een complicerende factor dat er wettelijk gezien nog weinig is geregeld met betrekking tot de rechten van een verzorgende niet-ouder wanneer de andere ouder van het betreffende kind nog in leven is. Het is in elk geval een goed idee dat in een dergelijke situatie in elk geval de wensen van de partners met betrekking tot de verzorging van hun kinderen na overlijden worden vastgelegd.
Samenlevingscontracten en huwelijkse voorwaarden/partnerschapsvoorwaarden
Naast het vastleggen van regelingen in testamenten kunnen ook samenlevingscontracten en huwelijkse voorwaarden/partnerschapsvoorwaarden helpen om de verhoudingen binnen het samengestelde gezin vorm te geven en de verhoudingen tussen de partners onderling en de verhoudingen tussen de partners en de kinderen te regelen. Goede regelingen geven niet alleen duidelijkheid, maar kunnen ook helpen om conflicten in de toekomst te voorkomen.
Er kan hierbij gedacht worden aan zaken als:
- Het vastleggen van de verdeling van bezittingen en schulden tussen de partners, zowel wat betreft de bij aanvang van de relatie bestaande bezittingen en schulden als die tijdens de relatie worden opgebouwd.
- Het regelen van een verdeling van de kosten van de huishouding tussen de partners; welke kosten worden gemeenschappelijk gedragen en welke kosten draagt iedere partner afzonderlijk. In het bijzonder zullen hierbij de kosten voor de verzorging en opvoeding van de kinderen en de eventuele bijdragen in de kosten van levensonderhoud van kinderen en gewezen partners een rol spelen. Zeker wanneer slechts de kinderen van één partner tot het gezin gaan behoren kan het maken van duidelijke afspraken vooraf problemen en conflicten later voorkomen.
- Bescherming van de partner bij overlijden in de vorm van verblijvens- of overnamebedingen betreffende gemeenschappelijke bezittingen (en schulden). Ook kan hierbij de te regelen verhouding tussen de kinderen bij het overlijden van de laatste partner een rol spelen.
Levenstestamenten en algemene volmachten bij samengestelde gezinnen
Ook in de situatie dat een van de partners door geestelijke of lichamelijke problemen niet meer in staat is zijn of haar belangen goed waar te nemen (wilsonbekwaamheid) kan bij een samengesteld gezin en dan in het bijzonder in een situatie waarin de partners niet gehuwd zijn (en ook geen geregistreerd partnerschap zijn aangegaan) een probleem ontstaan. In deze situatie kan er een botsing ontstaan tussen (belangen van) de eigen kinderen van de wilsonbekwame partner en de andere partner.
Om deze problemen voor te zijn kan het maken van een levenstestament of algemene volmacht een goed hulpmiddel zijn. In een levenstestament of algemene volmacht kan de verhouding tussen de partner en de eigen kinderen worden vastgelegd en kan duidelijkheid worden gegeven over de wijze waarop de belangen van de wilsonbekwame partner moeten worden gediend.
Net zoals bij de regeling in het testament, het samenlevingscontract of de huwelijkse voorwaarden/partnerschapsvoorwaarden is maatwerk hierin onvermijdelijk. Juist omdat de wilsonbekwame partner zelf op dat moment geen aanwijzingen meer kan geven en geen toezicht meer kan houden op hetgeen door de gevolmachtigde(n) wordt geregeld, is het van het grootste belang hierin een goede afweging van de verschillende belangen te maken. Ook moet hierbij onder ogen worden gezien dat er sprake kan zijn van botsende belangen van de andere partner en de eigen kinderen. Bij het opstellen van het levenstestament of de algemene volmacht kan op verschillende manieren worden omgegaan met deze verschillende belangen. Gedacht kan worden aan:
- Een gedeelde volmacht voor de partner en (een van de) eigen kinderen. Hierdoor zullen de partner en de eigen kinderen moeten samenwerken bij het nemen van beslissingen. Nadeel kan zijn dat dit leidt tot een onwerkbare situatie wanneer de belangen van de partner en de kinderen te veel uiteenlopen of de relatie tussen de partner en de kinderen slecht is.
- Een regeling waarbij de partner de volmacht krijgt, maar waarbij (een van de) eigen kinderen een toezichthoudende rol krijgt met de mogelijkheid om beslissingen van de partner terug te draaien. Hierbij geldt feitelijk hetzelfde nadeel.
- Een radicale keuze voor hetzij de partner hetzij de eigen kinderen bij het nemen van beslissingen. Hierbij wordt dus bewust gekozen voor de een of de ander en wordt het risico genomen dat aan de belangen van de ander voorbij wordt gegaan.
- Bij wilsonbekwaamheid van de laatste partner kan een regeling getroffen worden waarbij zowel de eigen kinderen als de kinderen van de andere partner een positie krijgen, of waarbij de belangen van de kinderen van de andere partner op een of andere manier worden geborgd. Dit laatste kan van belang zijn wanneer in de erfrechtelijke regeling de positie van de partner is versterkt ten koste van de eigen kinderen.
Conclusie
Zoals hiervoor al meerdere keren opgemerkt, is het in alle gevallen waarin sprake is van een samengesteld gezin van groot belang dat maatwerk wordt geleverd bij het regelen van de verhoudingen tussen de partners en de kinderen, zowel tussen de partners en de kinderen onderling als tussen de partners en de kinderen.
Ook voor de partners zelf is het hierbij goed onder ogen te zien dat hoe zij deze verhoudingen zien of hoe zij wensen dat deze zouden zijn, dat dit voor de kinderen heel anders kan liggen.
Voor meer informatie over dit onderwerp kun je contact opnemen met onze collega’s van het notariaat. Zij helpen jou graag verder!