De inflatie heeft ons de laatste tijd heel veel beziggehouden. De prijzen van energie stegen in rap tempo naar ongekende hoogten. De prijzen in de supermarkt en andere winkels volgden deze trend, zijn nog steeds hoog en stijgen zelfs nog iets. Zeker in deze tijden waarin de inflatie hoog is, heeft dat een behoorlijke aanslag gehad op de koopkracht. Gelukkig zien wij wel al dat de inflatie niet meer (zo hard) stijgt en zelfs in oktober heel licht daalde.
De overheid heeft in meerdere stappen het minimumloon en diverse uitkeringen laten stijgen. Het minimumloon is de laatste jaren fors omhooggegaan en zal in 2024 verder stijgen. Natuurlijk heel goed nieuws voor iedereen die werkt op het niveau van het minimumloon. En laat duidelijk zijn, iedereen verdient een goed loon om rond te komen. Maar er zitten wel een paar keerzijdes aan deze stijgingen.
Minimumloon en CAO-stijgingen
Omdat het minimumloon stijgt, worden verschillen in de diverse loongebouwen minder groot of verdwijnen zelfs. Daar worden in de cao-onderhandelingen tussen sociale partners afspraken over gemaakt, zodat medewerkers die meer functiejaren of zelfs een hogere functie uitvoeren ook een verhoging krijgen. Daar zijn dit jaar al een aantal voorbeelden van, vooral in sectoren waar relatief veel medewerkers zijn die op het niveau van of net boven het minimumloon werkzaam zijn.
De keerzijde van stijgende lonen
Ondanks dat de lonen stijgen, zijn de prijzen in de supermarkt nog steeds hoog. Maar deze prijzen zullen nog verder gaan stijgen, omdat de verhoogde lonen door bedrijven doorberekend worden in de prijzen die wij allen moeten betalen.
Maar ook toeslagen van de rijksoverheid en/of gemeentes kunnen geraakt worden door de verhoogde lonen. Natuurlijk is dat voor iedereen anders, omdat persoonlijke omstandigheden van invloed zijn op de toeslagen.
Minder werken?
Hoe raar het ook klinkt, er bereiken ons signalen van werkgevers dat er werknemers zijn die vragen om minder uren te gaan werken. Daarbij geven zij aan dat zij liever minder uren willen werken en dan zoveel minder uren dat het loon hetzelfde blijft. Daarmee stellen deze werknemers hun toeslagen zeker en krijgen een hogere toeslag, omdat deze in 2024 ook stijgen. Per saldo gaan deze werknemers erop vooruit, terwijl zij minder gaan werken. Dat kunnen wij deze werknemers niet kwalijk nemen, maar het geeft wel duidelijk weer hoe het systeem werkt.
De werkgevers worden op deze wijze geconfronteerd met nóg meer arbeidskrapte. Want er zijn al geen mensen te vinden voor al het werk en nu gaan de werknemers die wel werken, minder uren aan de slag.
Dus is een hoger minimumloon beter?
Dit antwoord is niet zomaar te geven. Daarvoor zijn de persoonlijke omstandigheden van de individuele werknemer te belangrijk. Maar dat de lonen stijgen is natuurlijk goed. Zoals hiervoor al gezegd, iedereen verdient een goed loon om rond te komen.
Wel is zeker dat het een moeilijke puzzel voor werknemers en werkgevers is geworden. Een kleine greep van vragen die zomaar op kunnen doemen: waar ligt het omslagpunt in de verhouding loon en toeslagen? Waar ligt het omslagpunt voor werkgevers met de krapte? Wat doet een hoger loon met de stijgingen van prijzen?
Wellicht zou het beter zijn als er ingrijpende stelselwijzigingen worden doorgevoerd. Er komt een nieuw kabinet, hopelijk pakken zij de handdoek op om dit steeds groter wordende probleem echt aan te pakken.
Tot die tijd staan onze specialisten werkgevers en werknemers bij om creatieve oplossingen te zoeken voor dit probleem. Neem dan ook gerust contact met ons op om te sparren hoe dit aan te vliegen.